Voor een lange tijd is deze druif als een tweederangs druif beschouwd, maar tegenwoordig zijn er zeer goede, geconcentreerde Barbera’s te vinden. Naast zijn enorme fruitigheid heeft hij een hoge, natuurlijke zuurgraad, die kan worden afgerond door een tweede gisting of lagering op hout. Dit kan een keuze zijn, want jong is hij óók heerlijk om te drinken! Doordat hij makkelijk op allerlei bodemsoorten kan groeien, wordt hij veel aangeplant en heeft hij een hoge opbrengst van druiven. Het wordt beschouwd als de volkswijn van Piemonte.
De smaakomschrijving van deze druif is voornamelijk rood fruit (b.v. kersen en aalbessen), licht bitter en een hoge, natuurlijke zuurgraad. Barbera wijnen zijn hierdoor makkelijk te combineren met veel soorten eten; jonge Barbera’s passen bij wat lichtere gerechten, zoals risotto, pasta of gerechten met kaas en houtgelagerde Barbera’s (met meer alcohol, zoals Barbera Superiore) combineren prachtig bij sterkere smaken zoals bijvoorbeeld geroosterd vlees.