De bekende Nebbiolo is een moeilijke druif om te verbouwen. De bloesem ontwikkeld moeizaam, de druiven rijpen langzaam en de oogst wordt pas in oktober, of soms zelfs november gedaan; wanneer er veel mist (nebbia) hangt. Daarnaast moet er veel gesnoeid worden om de kwaliteit zo hoog mogelijk te houden waardoor de opbrengst laag is. Een hele dure druif dus! De meest bekende wijn met deze druif (van wereldformaat) is de Barolo: de wine of kings and king of wines.
De Nebbiolo druif geeft weinig kleur, maar wel een sterke geur en de smaak doet denken aan frambozen, viooltjes, geranium, rozenblaadjes, grond, paddenstoelen, tabak, chocolade en truffel. Nebbiolo wijnen passen goed bij eiwitrijk eten, zoals vlees, of pittige kazen. Door het hoge tanninegehalte kunnen Nebbiolo wijnen erg goed bewaard worden – zo’n 30 jaar (of langer) voor Barbaresco’s of Barolo’s.
Alleen op zeer specifieke plaatsen ontwikkelt de Nebbiolo voldoende rijpheid en gelukkig voldoet Piemonte volledig aan die eisen. De verhouding tussen zand en klei in de Piemontese grond is precies wat de druif nodig heeft en daarnaast kent deze regio genoeg zon met ook weer niet té veel warmte. In het meest noordelijke deel van de Canavese heuvels heb je de bekende Carema Nebbiolo wijn, die daar Nebbiolo Piconter wordt genoemd. In deze streek is wijn verbouwen een heldendaad, want dit gebeurt op terrassen tegen rotsige wanden aan op zo’n 350 tot 700 meter hoogte. Voor het verbouwen van de Nebbiolo zijn deze terrassen voorzien van speciaal gemetselde zuiltjes om de bekende pergolastijl toe te passen. Deze pergola’s zijn hier bedoeld om de druif tegen de late vorst die in de bergen voorkomt te beschermen, want door de late oogst is dit een specifiek probleempunt. De druiven moeten voortdurend gecontroleerd worden en genoeg zon hebben en zijn dus in constante productie. Het is dus niet alleen een dure druif, maar ook nog eens een met allure!
De origine ligt waarschijnlijk in de alp-valleien en het zou daarmee wel eens de oudste druif van Piemonte kunnen zijn. Dit idee komt voort uit de grote hoeveelheid sub-rassen Nebbiolo die er te vinden zijn en de verschillende biotopen waarin hij kan gedijen. De druifluis epidemie in de tweede helft van de 19de eeuw heeft de Nebbiolo teelt echter flink teruggedrongen. Doordat deze druif te kostbaar was voor mislukte oogsten kozen veel boeren voor de makkelijkere Barbera druif. Tegenwoordig hij weer in volle glorie hersteld en daar zijn we toch blij om!!